854 25 NOVEMBER 1927 Adressant is dan ook niet bericht, of de beslissing op zijn verzoek al of niet verdaagd is, laat staan de reden der ver daging. Spr, vraagt, of daarvoor een speciale oorzaak is aan te wijzen. De heer VAN MIERLO erkent, dat in deze een infor maliteit is begaan. Voor adressant komt de zaak echter practisch op hetzelfde neer, want, indien hem geantwoord was, dan zou dit zijn geweest om hem de verdaging mede te deelen. De reden dier verdaging is gelegen in het feit, dat binnenkort het voorstel tot wijziging van de Bouwverordening aan de orde komt. De heer VAN VEEN maakt uit de woorden van den heer Van M i e r 1 o op, dat de door Van der Sande gevraagde bouwvergunning niet is verleend op grond van iets dat nog komen moet. Adressant kan zich evenwel be roepen op de Bouwverordening, zooals zij daar ligt. Het gaat derhalve niet op, het verzoek te weigeren. De heer VAN MIERLO herhaalt hetgeen hij in de vorige vergadering heeft gezegd, n.l. dat het toch dwaasheid zou zijn, nu binnenkort het voorstel tot wijziging der Bouw verordening behandeld zal worden, dergelijke vergunningen te verleenen. De heer VAN VEEN vindt een dergelijk antwoord voor een jurist onbegrijpelijk. Immers, het gaat toch niet aan, een bestaande verordening niet toe te passen. De VOORZITTER merkt op, dat het hier niet gaat over weigering van de aanvraag, maar alleen over de kwestie, dat zij nog niet is afgedaan. Zonder verdere opmerkingen, worden deze adressen gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 854