25 NOVEMBER 1927 859 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver koop van een perceel industrieterrein in den Belcrumpolder, ter grootte van ongeveer l'/2 H.A. aan de N.V. Machine fabriek „Breda", voorheen Backer en Rueb, voor den prijs van f 4,75 per M2. De heer ESBACH zegt het volgende Het is m.i. alleszins toe te juichen, dat de industrie, in casu de N.V. Machinefabriek „Breda", alle mogelijke facili teiten ontvangt. Ook ligt het m.i. niet op den weg van een gemeente om op industrieterrein winst te maken. Wanneer ik echter den voorgestelden prijs vergelijk met de prijzen, die elders in den Belcrumpolder zijn betaald, dan wil het mij voorkomen, dat er niet voldoende rekening is gehouden met het feit, dat de N.V. Machinefabriek „Breda" aan de kade langs het onderhavige terrein uitsluitend het recht krijgt van laden en lossen. Eenige prijsverhooging zou m.i hierdoor wel gemotiveerd zijn geweest. De heer ZIJLMANS houdt de volgende rede Mijnheer de Voorzitter. Het doet mij genoegen, dat de geruchten, die reeds ge- ruimen tijd liepen, waarheid blijken te bevatten en dat ook een onzer voornaamste plaatselijke industrieën zich in den Belcrumpolder wil gaan vestigen. Alvorens mijn stem over het desbetreffend voorstel te bepalen, zou ik gaarne nader worden ingelicht, omdat de voorgestelde prijs van f 4,75 per M2. mij laag voorkomt. Bij den nu voorgestelden verkoop moet ongetwijfeld door U rekening gehouden zijn met den kostprijs van het beoogde terrein. Niet alleen voor de beoordeeling van de nu voor gestelde transactie opzichzelf, maar ook omdat ze een belang rijk precedent zal vormen, is het noodig, dat de Raad wete hoe Uwe kostprijsberekening is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 859