862 25 NOVEMBER 1927 vestigen en te meer, daar het hier den aankoop van een flink terrein betreft. In de voorwaarden heeft Spr. gelezen, dat de gemeente zal zorg dragen, dat er uiterlijk binnen éên jaar na het passeeren der koopacte een spooraansluiting wordt gemaakt a 60 ct. per M2. Is het Gemeentebestuur er echter wel zeker van, dat het die belofte, ook voor wat den prijs betreft, zal kunnen nakomen De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, in ver band met de door den heer Z ij 1 m a n s gestelde vraag naar de bestemming van het driehoekig stukje terrein, dat aan de Mark overblijft, of dit teriein nu geheel en al van de haven afgesloten wordt. Spr. zou de Machinefabriek daarom willen verzoeken genoegen te nemen met een opschuiving van haar terrein in Oostelijke richting, zoodat er een strook van 30 M. breedte langs de haven vrijkomt, welke dan bij het driehoekig terrein ware te voegen. Vervolgens zegt Spr, vernomen te hebben, dat bedoeld terrein is bestemd voor de waterzuiveringsinstallatie. Als dit inderdaad zoo is, dan vraagt Spr., waarom men juist dat terrein, hetwelk goed verkoopbaar is, daarvoor heeft bestemd, terwijl men voor dat doel toch beter een stuk grond kan nemen, dat verder van de haven gelegen is. Het is met het oog op de verre toekomst, dat Spr. dit vraagt. De heer PELSTER antwoordt den heer S p e y a r t, dat het inderdaad in de bedoeling ligt, daar de waterzuiverings installatie te vestigen de ligging van dit terrein is daarvoor bijzonder gunstig. De desbetreffende plannen zijn reeds bij het Rijksbureau voor Waterzuivering in bewerking. Indien het terrein van de Machinefabriek zou opschuiven, zou het terrein voor de waterzuivering onnoodig worden vergroot tot schade voor de gemeente, die dan minder grond zou kunnen verkoopen. Den heer Zijlmans antwoordt Spr., dat de terreinen niet speciaal ter wille van de Machinefabriek zoo zijn be paald het plan is altijd geweest aan die zijde voor een deel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 862