25 NOVEMBER 1927 863 geen weg langs c!e haven te maken, ten behoeve van dege nen, die een terrein, onmiddellijk aan de haven gelegen, zouden willen hebben. Wat den prijs betreftSpr. meent, dat men daarmee tevreden kan zijn. Een groot gedeelte van het terrein moet nog worden opgehoogd. Die kosten komen er ten laste van de Machinefabriek nog bijde prijs is voor haar dus eigenlijk hooger. Als men dien vergelijkt met den prijs, welke de Baroniesche Tuinbouwvereeniging indertijd heeft betaald (f 4,40 per M2), dan is eerstbedoelde nu al hooger. Ook mag men hierbij wel in aanmerking nemen, dat het hier een Bredasche industrie betreft, die anders wel licht de stad zou gaan verlaten. Wat de optie aangaateen clausule als door den heer R i p p e n bedoeld behoeft men niet op te nemen, want zij wordt toch niet geaccepteerd. Burgemeester en Wethouders zijn daarom op het idee gekomen een oploopende rente te vragen. Nu kan de heer Z ij 1 m a n s wel een berekening gaan maken, waarbij hij tot de conclusie komt, dat de ge meente zooveel aan rente zal derven, maar Spr. kan die be rekening niet onderschrijven. Immers, wij weten niet, of wij het terrein in kwestie spoedig kwijt kunnen. Misschien, heb ben wij wel groot voordeel door het geven in optie. Dit kan Spr. wel zeggen, dat het totstandkomen van dit contract heel wat moeite heeft gekosthet heeft maanden geduurd, vóór men het eens was. Spr. gelooft, dat men met de voor gestelde renteberekening wel genoegen kan nemen. Wanneer de Machinefabriek van het terrein afziet, dan moet toch nog 2 jaar rente worden betaaldmen heeft dus nog altijd 2 jaar den tijd met den verkoop vóór men schade lijdt. De Machinefabriek wil nu eenmaal de zekerheid hebben, dat als de zaak goed gaat, zij deze kan uitbreiden. De heer G r u ij s heeft er op aangedrongen, de voorwaar den nog eens door een jurist te laten nagaan. Spr. heeft daartegen geen bezwaar, maar hij kan wel zeggen, dat Burgemeester en Wethouders ze zoo onder de loupe hebben genomen, dat er heusch niet veel schade voor de gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 863