25 NOVEMBER 1927 869 De koopster kan steeds het geheele nog onbetaalde deel van den koopprijs met interest tot den dag der algeheele voldoening afbetalen, nadat zij tenminste één maand te voren van haar voornemen tot algeheele voldoening schriftelijk aan de verkoopster heeft kennis gegeven. 4. Zonder daarbij te kort te doen aan de bestemming van het gekochte terrein voor het oprichten van een machinefabriek, ketelmakerij en daaraan verwante inrichtingen, zal voor alle op het gekochte terrein te stellen gebouwen, beplantingen, afrasteringen, enz. de goedkeuring noodig zijn van het College van Burgemeester en Wethouders van Breda. Daarvoor zal tevoren een desbetreffende aanvrage met de noodige teekeningen in duplo aan dat college ter goedkeuring moeten worden ingediend. Er mag niet anders worden gebouwd of geplant dan geheel conform de goedgekeurde aanvrage en teekeningen, waarvan een door den aanvrager onderteekend exemplaar onder Burgemeester en Wethouders van Breda moet blijven berusten. Eveneens zal met voormeld voorbehoud geen nieuwbouw of verbouwing op het gekochte terrein geschieden dan na schriftelijke goedkeuring van Burgemeester en Wethouders voornoemd. 5. De koopster is verplicht het gekochte terrein af te sluiten overeenkomstig art. 97 der bouwverordening voor de gemeente Breda. De gemeente is, voor zoover het terrein grenst aan haren grond, niet verplicht bij te dragen in de kosten van afsluiting. De koopster doet derhalve afstand van hare bevoegdheid, omschreven in art. 690 van het Burgerlijk Wetboek, zoolang de aan het verkochte perceel grenzende grond gemeente eigendom is. 6. De beschoeiing der haven langs het gekochte terrein blijft eigendom van de verkoopster en zal door haar worden onderhouden. Aan de door het gemeentebestuur aan te wijzen ambtenaren en werklieden zal steeds toegang tot de beschoeiing verleend worden en gelegenheid worden gegeven tot het uitvoeren van alle werkzaamheden daaraan, die door het gemeentebestuur worden noodig geoordeeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 869