88 24 FEBRUARI 1927. Maar dit is toch de taak van den Directeur der Arbeids beurs. Onze meening is, dat men hen moet verplichten in het belang der gemeente, voor zoover het geschikte krachten zijn, deze van de arbeidsbeurs te betrekken. Dit naar aanleiding van Uw beleid. Voorts wil ik LI mededeelen, dat door het niet-convoceeren der reinigingscommissie mijn klachten pas 5 maanden nadien, daar konden besproken worden. Daardoor heb ik geen gevolg kunnen geven aan Uw wensch in de vergadering van 15 September 1926 geuit i.z. de vuilnisbelten in volksbuurten en de hygiënische toestanden in het woonwagenkamp, hoe wel ik zelf als lid van de reinigings-commissie, volgens U aan het doen van voorstellen in die richting kon medewerken. Bij de behandeling der steunregeling in de raadszitting van 14 December 1926, werden op de publieke tribune volgens mij 60 personen toegelaten en geen 75, zooals U antwoordt. Maar ook meen ik, dat er voldoende ruimte is voor ruim honderd Naar aanleiding van Uw antwoord betreffende het politie- vertoon, wil ik vaststellen, dat er minstens 7 agenten vertegen woordigd waren. Wij zijn van meening, dat bij aanwezigheid van één politieagent het ordelijk verloop ook gewaarborgd was geweest. Door alle groote melkinrichtingen is tijdig namens patroons en werklieden met het oog op het feit, dat 1ste Kerstdag en Nieuwjaarsdag op Zaterdag vielen, verzocht melk op Zondag te mogen bezorgen. Schriftelijk en mondeling is aan Burgemeester en Wethouders verzocht dit toe te staan, hetgeen echter is geweigerd, trots dat kleine slijters en boeren op Zondag vrij hebben mogen bezorgen. Wat is de reden, waarom dit aan de groote slijters is geweigerd Uwe vrees, dat het benutten der straten voor verkiezings reclame de lust tot het ontsieren van gevels en schuttingen zal bevorderen, meenen wij ongegrond. De practijk in- een groot aantal plaatsen heeft het tegendeel bewezen. In Tilburg,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 88