882
25 NOVEMBER 1927
Onderteekend, dat zij geheel gelijkvormig zijn met de aan deze
minute gehechte teekeningen en nadat de te bewaren exem
plaren alle zullen zijn geregistreerd.
De minimum hoogte der voor- en zijgevels van de op de
gekochte perceelen te bouwen woonhuizen zal zijn 6 M.,
gemeten van den beganen grond af tot aan onderkant goot-
lijst of bij een overstekende kap tot snijlijn van gevel en-
onderzijde kap.
Geen nieuwbouwen of verbouwingen zullen op de gekochte
perceelen mogen geschieden dan na schriftelijke goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Voor het bouwen van auto-garages zal deze goedkeuring
niet worden gegeven, zonder voorafgaand overleg met
Burgemeester en Wethouders.
9. Het gekochte terrein, vermeld onder koop één, moet
binnen een jaar na den dag, waarop de koopakte is verleden,
bebouwd zijn met de voor dat terrein aangewezen gebouwen,
terwijl het onder koop twee vermelde terrein met de voor
dit terrein aangewezen gebouwen geheel bebouwd moeten
zijn binnen 6 jaar na dien dag. Burgemeester en Wethouders
van Breda kunnen in zeer bijzondere gevallen van deze be
paling geheel of ten deele ontheffing verleenen.
10. De onderlinge afscheiding der perceelen zal, in ah.
wijking van het bepaalde in artikel 97 der Bouwverordening
voor de gemeente Breda, geschieden overeenkomstig door
Burgemeester en Wethouders van Breda tegeven voorschriften.
De gemeente Breda is, voor zoover de perceelen grenzen
aan haren grond, niet verplicht om bij te dragen in de
kosten van die afscheiding. De koopster doet derhalve afstand
van hare bevoegdheid, omschreven in artikel 690 van het
Burgerlijk Wetboek, zoolang de aan het perceel grenzende
grond gemeente-eigendom is.
Voor de afscheiding van de tuinen om de gebouwen van
den openbaren weg, moeten door de koopster teekeningen
op schaal een op twintig ter goedkeuiing aan Burgemeester
en Wethouders worden ingezonden. De afscheiding mag niet
anders geschieden dan volgens de goedgekeurde teekening.