25 NOVEMBER 1927 883
11. Voor iedere overtreding door de koopster van een
der voorgaande bepalingen zal zij, zonder dat eene ingebreke
stelling noodig is, ten behoeve van de gemeente Breda een
boete verbeuren van tien gulden per dag, zoolang de over
treding voortduurt. Voor overtreding der bepaling sub. 9,
wat betreft het geheel bebouwen van koop twee binnen zes
jaren na den dag, waarop de koopakte is verleden, zal echter
de boete bedragen twintig gulden per dag, zoolang de over
treding voortduurt. De boete begint te loopen, wat betreft
overtreding van de bepalingen sub 9 op den dag, waarop
respectievelijk één jaar en zes jaar na het verlijden der
koopakte is verstreken en wat betreft andere overtredingen
op den dag, waarop aan den overtreder bij deurwaarders-
exploit het geconstateerd zijn der overtreding is aangezegd.
Een eventueele boeteheffing laat het recht der gemeente
Breda op verdere vergoeding van kosten, schaden en inte
ressen onverlet.
12. De koopster is verplicht en zulks op straffe eener
dadelijk opvorderbare boete ten behoeve van de gemeente
Breda van tien duizend gulden, wegens het enkel verzuim in
de nakoming dezer verplichting en zonder dat een ingebreke
stelling hiervoor noodig is bij geheele of gedeeltelijke
overdracht van het door haar gekochte aan den nieuwen
verkrijger al de bepalingen sub 7 tot en met 11 gemaakt(
alsmede de geheele onderhavige bepaling sub 12 eveneens
op te leggen en daarbij overeenkomstige boeten ten behoeve
der gemeente Breda te bedingen.
Indien de overdracht betreft het geheele onder koop twee
vermelde terrein of een gedeelte hiervan, zal de bepaling
sub 9 evenwel aldus gewijzigd opgelegd moeten worden, dat
het overgedragen terrein binnen een jaar na de dagteekening
der akte van overdracht met de voor dat terrein aangewezen
gebouwen bebouwd moet zijn, en de bepaling sub 11 opge
legd moeten worden aldus gewijzigd, dat de boete, wat
betreft overtreding van de bepaling sub 9, begint te loopen
op den dag, waarop een jaar na de dagteekening der akte