884
25 NOVEMBER 1927
van overdracht is verstreken. Onder „overdracht" in deze
bepaling sub 12 is ook „scheiding" begrepen.
De comparant verklaarde voorts, dat van geuielden koop
prijs van vijf en vijftig duizend gulden op heden is voldaan
een bedrag van twintig duizend gulden, waarvoor door den
heer Meester Franciscus Theodorus Henricus
C e r u 11 i, gemeente-ontvanger, wonende te Breda, ten deze
mede verschenen, in zijn hoedanigheid van ontvanger der
gemeente Breda, hierbij kwijting wordt gegeven, terwijl het
restant van gemelden koopprijs ad vijf en dertig duizend
gulden door koopster aan verkoopster wordt schuldig ge
bleven onder de volgende bepalingen
I. Het kapitaal of het eventueel restant daarvan zal niet
kunnen worden opgeëischt dan na negentien
honderd twee en dertig (Vijf jaar na het passeeren der acte).
II. Na negentien honderd twee en
dertig zal het kapitaal of het eventueel restant daarvan ter
stond kunnen worden opgeëischt, mits een behoorlijke waar
schuwing, minstens drie maanden bevorens, door de schuld-
eischeres aan de schuldenares te doen.
III. Het kapitaal of het eventueel restant daarvan, zal
echter, ook vóór negentien honderd twee
en dertig steeds terstond en zonder eenige voorafgegane
waarschuwing opeischbaar zijn, ingeval van nalatigheid van
de schuldenares in de voldoening der interessen of der ver
plichte afbetalingen, op den vervaldag, bij niet-betaling van
boeten, bij vervreemding van het onder ko®p 2 vermelde
terrein of van een gedeelte hiervan, zonder schriftelijke toe
stemming van Burgemeester en Wethouders, bij waarde
vermindering van het onder koop 2 omschreven vast goed,
bij ongeoorloofde bebouwing of verbouwing op het vast
goed, omschreven onder koopen 1 en 2, bij onteigening van
het geheel of een gedeelte van koop 2, bij niet-nakoming
door de schuldenares van eenige bepaling dezer akte, bij
geheele of gedeeltelijke inbeslagneming van de goederen der
genoemde genootschap, of van die der comparanten sub 3