25 NOVEMBER 1927 886 b. indien het te bebouwen perceel gelegen is aan de Ca- valeriestraat, zooveel maal f 5,50 als het vierkante meters groot is. Is ten kantore van den gemeente-ontvanger de storting niet tijdig geschied, dan is de schuldenares in overtreding en treedt het rechtsgevolg van directe opeischbaarheid van het geheele kapitaal of het restant in. Is de storting echter tijdig geschied, dan zal de gemeente Breda terstond, nadat desverlangd ten genoege van Burge meester en Wethouders zekerheid is gesteld, dat bebouwing van het perceel, overeenkomstig de bepalingen dezer akte binnen een jaar, nadat voorschreven storting ten kantore van den gemeente-ontvanger is geschiedt zal plaats hebben, royement geven en afstand doen van haar na te melden hypotheekrecht, voor zooveel betreft het te bouwen perceel. Op voorschreven wijze zal worden voortgegaan, totdat de geheele schuld is afgelost. Mocht te eeniger tijd minder verschuldigd zijn dan het bedrag, dat naar bovenstaanden maatstaf betaald zal moeten worden, dan behoeft slechts het nog verschuldigde te worden betaald. VI. De schuldenares verbindt zich, om van de verschul digde hoofdsom te rekenen vanaf heden tot op derzelver volledige afbetaling eenen intrest te betalen van 5 ten hon derd per jaar, verschijnende op den der maanden (tweemaal 's jaars) van ieder jaar, voor het eerst op (half jaar na het passeeren der akte). VII. De betaling der renten, de afbetaling der hoofdsom, en het betalen van boeten zullen moeten geschieden ten kantore en op kwitantie van den heer gemeente-ontvanger der gemeente Breda. VIII. De schuldenares zal steeds geacht worden in gebreke te zijn, door enkel tijdsverloop zonder dat daartoe een bevel of soortgelijke akte noodig is. IX. Alle kosten, op na te melden recht van hypotheek vallende, alsmede die van eventueele vernieuwing, van inge brekestelling, van opzegging en opvordering van kapitaal of

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 886