24 FEBRUARI 1927.
89
Amsterdam en andere gemeenten is het straatbeschilderen
practisch toegepast en men heeft daarmede goede resultaten
bereikt. Laten wij daarom ook hier de proef eens nemen.
Wij blijven van meening, dat in de practijk reeds lang
in soorgelijke plaatsen als Breda de hierbedoelde water
kranen in een groote behoefte voorzien. Ook hier zal dat
merkbaar zijn, wanneer men er een proef mede neemt.
De heer SPEYART VAN WOERDEN moet beginnen
met een enkel woord betreffende een persoonlijke kwestie te
zeggen, n. 1. in verband met de redactie van het Centraal
Rapport.
Door den heer Van W erkhooven is gezegd, dat
elke poging in de afdeelingen aangewend, om in de rapporten
de wederzijdsche principieele standpunten der verschillende
fracties te doen uitkomen, al reeds te voren tot falen scheen
te zijn gedoemd, terwijl de samenvoeging tot een Centraal
Rapport deze besprekingen nog meer heeft versoberd. Dit
verwijt raakt rechtstreeks Spr's persoon als centraal rapporteur.
Hij stelt er daarom prijs op, dat de twee hier aanwezige
rapporteurs zullen verklaren, of het juist is hetgeen hij gaat
zeggen. Spr. deelt daarop mede, dat de 3 rapporteurs twee
maal hebben vergaderd. De eerste maal hebben zijn mede
rapporteurs hun rapporten voorgelezen en is besproken, hoe
deze in het centraal rapport zouden worden verwerkt,
daarna heeft hij de afdeelingsrapporten medegenomen en
aldus verwerkt. Daarop heeft Spr. de beide rapporteurs tot
een bijeenkomst uitgenoodigd. Het Centraal Rapport is daar
voorgelezen en eenige op- of aanmerking werd niet gemaakt;
dat rapport droeg dus de goedkeuring weg van de beide
heeren, want eenige wijziging werd niet voorgesteld.
De heer VAN WERKHOOVEN deelt mede, dat door
den heer Cohen is gezegd, dat hem het Centraal Rapport
alleen ter onderteekening is voorgelegd.
De heer COHEN erkent de juistheid van het door den