892
25 NOVEMBER 1927
maken het duidelijk, dat dit ontwerp alleen bestaande wegen
op het oog heeft en wel nagenoeg uitsluitend wegen in en
langs het pas geannexeerde gebied.
Bij de beoordeeling van dit voorstel rezen bij mij drie vragen,
namelijkis zulk eene verordening noodig in de tweede
plaats is ze billijk en in de derde plaats is ze wenschelijk
Tot mijn spijt moet ik zeggen, dat ons de noodzakelijkheid
niet is aangetoond. Wèl wordt in de toelichting door Bur
gemeester en Wethouders gesproken van de groote kosten
aan aanleg van bestrating en rioleering verbonden, maar
niet aangetoond wordt ons hoe groot die kosten dan wel
zullen zijn.
Onwillekeurig denken we aan die wegen, welke reeds al
te lang van eene verharding verstoken zijn gebleven, namelijk
Koninginnestraat, Verlengde Koninginnestraat, Dijkje en
Vestkant.
Bij gemis aan gegevens van de zijde van Uw College heb
ik zelf de kosten van bestrating met klinkers en van trottoir-
aanleg voor die wegen als volgt globaal geraamd
Koninginnestraat 1400 M2. ad f 4,— f 5600,
Verlengde Koninginnestraat 3000 M2. - 4,— - 12000,—
Dijkje 4700 M2. - 4,- - 18800,-
Vestkant 2000 M2. - 4,— - 8000,-
Samen f 44,400,—
Zeker, er bestaan meer onverharde wegen, die in den loop
van jaren voor verharding en rioleering in aanmerking
komen, maar het bedrag dat ik zoo juist voor Koninginnestraat,
Verlengde Koninginnestraat, Dijkje en Vestkant becijferde,
is niet van zulk een belang, dat het mij van de noodzakelijk
heid dezer verordening heeft kunnen overtuigen.
Ook Uw beroep op de Tilburgsche verordening gaat voor
mij niet op. Tilburg heeft in tegenstelling met Breda een
zóó uitgestrekt landelijk gebied, dat daar wel degelijk de
kosten een zeer voorname rol kunnen spelen en bovendien
regelt de Tilburgsche verordening de geheele materie op dit
gebied, dus ook heffingen voor nieuw aan te leggen wegen.