90 24 FEBRUARI 1927. heer Speyart van W o e r d e n verklaarde, betreffende de totstandkoming van het Centraal Rapport. De heer CERUTTI kan zich eveneens met die uiteen zetting vereenigen. De heer SPEYART VAN WOERDEN houdt daarop de volgende rede: Mijnheer de Voorzitter, De algemeene beschouwingen in het Centraal Rapport zijn niet uitvoerig. Het College mocht derhalve verwachten, dat deze in den Raad ook niet uitvoerig zullen zijn. Ik zal aan die verwachting beantwoorden. Het zou van gebrek aan deferentie jegens de le Kamer getuigen, reeds nu te spreken over den toestand na de annexatie. Wij zijn een goeden stap in de richting. Mocht deze verwezenlijkt worden en Breda met 1 Mei zijn grenzen zien uitgebreid, dan zal de rekening 1927 waarschijnlijk op velerlei gebied andere cijfers toonen en deze begrooting op vele punten gewijzigd zijn. Ik heb bij een vroegere gelegenheid de opmerking gemaakt, dat in den loop van het jaar nimmer wijzigingen der be grooting worden voorgesteld voordat de geraamde bedragen staan overschreden te worden, doch dat dit steeds geschiedt als de rekening is opgemaakt. Ik acht dit verkeerd, doch zou dit zeker onder deze omstandigheden hoogst verkeerd achten. Er is thans alle tijd voor voorbereiding. Laten dus Bur gemeester en Wethouders, als de annexatie een voldongen feit mocht zijn, met voorstellen tot wijziging der begrooting komen. Ik verzoek derhalve om ten aanzien van uitgaven, welke in verband met de annexatie zullen moeten worden gedaan, van te voren den Raad te kennen, opdat hij een volledig inzicht hiervan zal hebben. Bij het werpen van een terugblik op het afgeloopen jaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 90