898
25 NOVEMBER 1927
den Directeur der Openbare Werken onder dagteekening
van 15 Maart 1921 het volgend schrijven richten
„Ik heb de eer U kennis te geven, dat door Burgemeester
„en Wethouders van Breda voorwaarden zijn vastgesteld
„voor het verleenen van uitweg enz. voor perceelen, gelegen
„ten Oosten van de Koninginnestraat en de Loopschans
„onder de gemeente Teteringen.
„Aangezien U ook belanghebbende bent en Uw perceel
„geen uitweg heeft, zal ik gaarne vernemen of LI met deze
„voorwaarden, welke U hierbij ingesloten aantreft, accoord
„kunt gaan.
„De bedoeling is, dat bij medewerking van belanghebben
den, (welke medewerking reeds door enkelen is toegezegd)
„een rioleering met bestrating zal worden aangelegd.
„Voorts zij opgemerkt, dat de prijs van f 32 per strek-
„kenden meter slechts 2/5 gedeelte van de werkelijke kosten
„bedraagt.
„Gaarne ben ik bereid eventueel verdere inlichtingen te
„verstrekken".
Waar het toenmalige college moet geacht worden even
billijk te kunnen redeneeren als het tegenwoordige, heb ik,
mij deze toezegging herinnerende, gemeend niet te veel te
vragen als het gemeentebestuur van Breda alsnog deze toe
zegging gestand wil doen en voor het percentage, dat in
deze aanleg-belasting voor rekening van de eigenaren komt,
40°/o te nemen, waarbij ik nog wensch op te merken, dat
het in het onderhavige geval ging om een weg, de vroegere
Verlengde Koninginnestraat, thans Wilhelminapark, die slechts
aan één zijde bebouwd is en slechts aan één zijde aanliggende
eigenaren heeft. En deze opmerking voert mij als vanzelf tot
een vraag, die ik niet heb kunnen beantwoorden aan de hand
der ontwerp-verordening, noch aan die van de nota is het
uitgerekende bedrag per strekkenden M., zooals dit voorkomt
in art. 6 der verordening, 90°/0 van de totale kosten der
verharding en rioleering of voor straten, die aan beide zijden