902
25 NOVEMBER 1927
Daar de breedte van den weg en het bestratingsmateriaal
afhankelijk zijn van het verkeer en de stand en de grootte
der huizen daarmee geen gelijken tred behoeven te houden,
meen ik, dat een uniform tarief of een indeeling in klassen
te verkiezen is boven een regeling, waarbij wegbreedte en
materiaal als maatstaf wordt aangenomen
De heer BROOS zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter.
Nu in de naaste toekomst zal moeten worden overgegaan
tot verharding en rioleering van straten en pleinen in deze
gemeente, en Burgemeester en Wethouders nu deze verorde
ning hebben ingediend om bij dien aanleg de aangrenzende
eigenaren in de kosten daarvan te laten bijdragen, en dit
m.i. niet onbillijk is, omdat daardoor de aangrenzende panden
wel in waarde zullen stijgen, terwijl bij een goede bestrating
en rioleering de bewoners daarvan wel voor 70 of 80 °/o
belanghebbenden zijn, zoo komt het mij toch niet billijk voor
om die belanghebbenden voor 90 in die aanlegkosten te
laten bijdragen, omdat er onder die belanghebbenden vele
arbeiders zijn, vooral in de omgeving van Dijklaan en Vest-
kant, die een huisje hebben gekocht, maar verhypotheekt tot
80 °/0 der waarde, waardoor zij èn door de rente èn door
verplichte jaarlijksche aflossingen voor zware lasten zitten,
zoo zou toch, èn door vermindering der bijdragen van aan
legkosten, volgens artikel 6, èn door wijziging van artikel 7
in dezen zin, dat voor „5 jaarlijksche" zou gelezen worden
„tienjaarlijksche" termijnen en in plaats van „zes" „vijf"
procent rente, dan zullen die lasten bij aanneming dezer
verordening zeker worden verhoogd, doch wanneer zonder
deze verordening die kosten gevonden moeten worden uit
de belastingen, welke dan ook zeker zwaar zullen drukken
vooral op de kleine neringdoenden en arbeiders met lage
inkomsten, terwijl deze toch op geen waardevermeerdering
van hun bezit kunnen rekenen zooals de bezitters van huizen