25 NOVEMBER 1927
913
De VOORZITTER meent, dat de aanneming van art. 1
voldoende is om de zaak in principe vast te leggen, zoodat
men zich met eenige zekerheid van een resultaat voor het
vervolg van het voorstel kan prepareeren.
De heer KROONE vraagt, of dan nog de mogelijkheid
openstaat om deze belasting alleen op nieuw aan te leggen
straten toepasselijk te verklaren.
De VOORZITTER bevestigt zulks; de uitwerking van
het beginsel ligt immers in de volgende artikelen.
Artikel 1 wordt daarop in stemming gebracht
en aangenomen met 18 tegen 7 stemmen.
Voor: de heeren Pelster, Van Buitenen, Kroone,
Broos, Schrauwen, Van den Boom, Elich,
Van de Ven, Ku ij laars, Esbach, Brantjes,
Loonen, Zijlmans, Speyart van Woerden,
Cerutti, Van Mierlo, Van Groenendaelen
Haaiman.
Tegen de heeren G r u ij s, Moll, M e ij v i s. Van
Werkhooven, Van Houten, Cohen en R i p p e n.
De heer Van Veen was bij deze stemming niet tegen
woordig.
De VOORZITTER verdaagt daarop de vergadering tot
Woensdag 30 November a.s., 's namiddags 2 uur.