926 30 NOVEMBER 1927 voegen het woordje „kunnen" en verder daaraan de bepaling toe te voegen, dat de wegen of gedeelten van wegen, waar voor de verordening geldt, door den Gemeenteraad worden aangewezen. Voor Spr. is dit amendement onaannemelijk. Een belasting verordening moet positief zijn, hetgeen door invoeging van het woordje „kunnen" niet meer het geval zou wezen' En wat de aanwijzing van wegen betreft, zal het wel de bedoe ling van den voorsteller zijn om later naast de verordening nog een lijst te maken van de wegen, die er onder vallen. Hoe zal dan de beslissing uitvallen Dan hebben de heeren C e r u 11 i c. s. geen zekerheid, dat de wegen, die zij uitge schakeld willen zien, niet in de belasting zullen vallen. Een belastingverordening moet zekerheid geven, van welke ob jecten de belasting zal worden geheven. Daarom acht Spr. het voorgestelde amendement onaannemelijk. De heer Van de Ven heeft er terecht op gewezen, dat vroeger, zij het dan ook in andere vorm, reeds bijdragen van de aangrenzende eigenaren voor de verharding en rioleering der wegen werden gevorderd. Een belastingver ordening had vóór de annexatie geen zin, omdat Breda toen nagenoeg geen zandwegen had. De heer Van Veen heeft er de straten van „Volks huisvesting" bijgehaald. Het kan zijn, dat indertijd de aan- legkosten van enkele dier straten door het Rijk zijn betaald, maar dan is daarmede toch zeker rekening gehouden bij de bepaling van den prijs van den bouwgrond. De meeste straten zijn echter door de N. V. „Volkshuisvesting" zelf aangelegd en later aan de gemeente overgedragen. De kosten van aan leg der gas- en waterleidingen zijn ook door de Vereeniging betaald. Naar aanleiding van het besluit van den Raad van 1910, waarbij Burgemeester en Wethouders werden gemachtigd onder door hen te stellen voorwaarden vergunning te ver- leenen tot het dempen van de sloot langs de Verlengde Ko ninginnestraat ter verkrijging van uitweg, zijn herhaaldelijk van de belanghebbenden bijdragen gevorderd in de kosten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 926