30 NOVEMBER 1927
927
van verharding en rioleering. Er zijn verschillende voor
beelden aan te halen, waaruit blijkt, dat de eigenaren die
kosten hebben betaald.
Verder zijn er een massa huiseigenaren, die grond van de
gemeente hebben gekocht voor een koopsom, waarin de kos
ten van straataanleg en rioleering waren begrepen.
Bij dit alles heeft steeds het principe gegolden, door Spr.
in de vorige vergadering aangewezen. Spr. kan maar niet
begrijpen, waarom men datzelfde principe niet zou mogen
toepassen op de nieuwe bewoners van Breda.
De vergelijking van den heer Moll met de verbetering
van de Fellenoordstraat en den Nijverheidssingel gaat niet
op. Dit waren geen zandwegen meer, doch reeds verharde
wegen, en de verbetering geschiedde vooral in het algemeen
belang Dit is dus geheel iets anders en kan niet dienen als
motief om nu bepaalde nog niet verharde en gerioleerde
wegen uit te zonderen.
Er is gevraagd, wat onder verharde wegen is te verstaan
en of daaronder ook wegen als Baronielaan, Balfortstraat en
andere zijn begrepen. Spr. zegt, dat blijkens art. 6 er onder
vallen de wegen met een wegdek van steenslag, klinkers of
meer duurzaam materiaal. De verordening spreekt van wegen,
die niet zoowel verhard of geplaveid als gerioleerd zijn.
Wanneer er dus wegen zijn, die wel verhard of geplaveid,
maar niet gerioleerd zijn, zullen die wegen er onder vallen.
De Baronielaan is verhard en gerioleerd en valt dus niet
onder de belasting, ook niet bij eventueele vernieuwing. De
bedoeling is immers, dat de verordening alleen van toepas
sing zal zijn bij de eerste verharding en rioleering.
Wat betreft de opmerking van den heer Van Veen
over „verhard of geplaveid", wijst Spr. erop, dat er toch
wel verschil is tusschen verharding en plaveiing. Als men echter
aan het gebruiken van beide woorden aanstoot neemt, heeft
Spr. er geen bezwaar tegen, alleen van verharding te spreken.
Spr. bestrijdt het amendement van den heer Schrauwen
en vindt geen redenen om dit over te nemen. Aan den heer