30 NOVEMBER 1927 929 met geld zien, dien hij ontvangen heefteen derde steekt verlangend beide handen uit, om ook zoo'n zak in ontvangst te nemen. In het midden van de straat een wagen vol grootere en kleinere zakken met geld. Op iederen zak met duidelijke letters het woord „belastingpenningen" De heer Van Veen druk in de weer, om de zakken van den wagen aan de reikhalzende huiseigenaren uit te deelen. Als helpers van den heer Van Veen de andere raadsleden, die mede werkten aan de uitzondering van een aantal wegen of aan de verwerping van de aanlegbelasting. Aldus de prent zelve. Onder de prent zou als vervolg op hetgeen daarboven werd vermeld, namelijk dat de heer Van Veen volstrekt in gebreke bleef, zijn beschuldiging van slordig omspringen met het geld te bewijzen, gezet kunnen worden De heeren Van Veen en consorten leveren thans het bewijs. De heer ZIJLMANS merkt op, dat hij bij zijn kosten berekening wel degelijk aan de rioleering heeft gedacht. Deze kosten zijn door hem geraamd op f4.per M„ hetgeen Spr. nog nader toelicht. De heer VAN VEEN zal niet op de bekende plaat ingaan. Spr. zegt, dat de Wethouder thans de eene onjuist heid op de andere stapelt. Het is onjuist zich te beroepen op het lang vergeten raadsbesluit van 1910. Want de gemeente heeft aan hen, die uitgang wenschten op bestaande wegen, destijds steeds daartoe vergunning verleend en ook om de sloot te dempen en dan onder geen andere voorwaarde, dat voor afscheiding een eenvoudig ijzeren hek op voetmuurtje zou worden geplaatst, zooals langs de Koninginnestraat is geschied. Soms werd nog afstand van een onbeduidend strookje grond gevorderd, ten einde aan de rooilijn een vloeiend beloop te geven. De heer HAALMAN zal wel ingaan op de bekende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 929