944
30 NOVEMBER 1927
De VOORZITTER meent, dat het aanhangige voorstel
zeer wel kan worden afgedaan zonder daarin het voorstel-
Van Houten te betrekken, hetwelk in ieder geval nog
een punt van onderzoek zal moeten uitmaken.
De heer VAN HOUTEN is van oordeel, dat, als er ver
laging van den gasprijs moet plaats hebben, deze voor alle
verbruikers moet gelden. Als het niet mogelijk is daarover
thans te beslissen, wil Spr. het geheele voorstel liever
aanhouden.
De VOORZITTER wijst erop, dat het voorstel van
Burgemeester en Wethouders slechts van geringe strekking
is. Dat van den heer Van Houten gaat veel verder en
kan belangrijke financieele gevolgen hebben.
De heer VAN BUITENEN meent, dat de voorgestelde
verlaging door sommigen wel wat hoog wordt aangeslagen.
Inderdaad zal het geraamde winstcijfer over 1927 worden
overschreden, doch de overschrijding zal niet buitengewoon
groot zijn. Dit voorstel is ontstaan, om daardoor eenigszins
tegemoet te komen aan een verzoek van een paar groot
verbruikers, die reeds in het voorjaar op een verlaging
hebben aangedrongen. Inmiddels kwam de annexatie en deze
heeft ook invloed gehad op het Gasbedrijf. Voor de vroegere
buitenbewoners is het tarief lager geworden, hetgeen voor
het Gasbedrijf een mindere inkomst van f 30000.beteekent.
Bovendien moet het bedrijf in het van Princenhage over
genomen gebied, nu zelf de distributie bekostigen, zonder dat
er bijzondere baten tegenover stonden. Het was daarom
noodig, dat eerst werd afgewacht en nagegaan, welke ge
volgen een en ander voor het bedrijf zou hebben. Zeer
waarschijnlijk zal nu het geraamde winstcijfer nog met een
klein bedrag worden overschreden. Daarin heeft het College
aanleiding gevonden om thans dit voorstel te doen. Waar
de voorgescelde reductie slechts een mindere opbrengst zal