948
30 NOVEMBER 1927
De heer VAN DEN BOOM zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter.
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders als
mede het ingekomen adres van Handel Nijverheid en de
Middenstandsvereenigingen met bijgevoegde tarieven van
andere gemeenten (waarvan de leden van den Raad een afschrift
hebben ontvangen) zult U begrijpen, dat ik eenigszins ver
wonderd sta ten opzichte van de Bredasche electriciteits-tarieven.
Het is toch voor de inwoners en den middenstand en klein-
industrie in het bijzonder, een onaangenaam gevoel te hooge
stroomprijzen te moeten betalen. In vergelijking met elders,
is mijne conclusie, dat er toch werkelijk iets zal haperen aan
de electriciteitstarieven alhier en eene algemeene herziening
dringend noodig is.
De vraag is nu maar, waar de fout schuilt?
Wanneer men de begrooting van het electriciteitsbedrijf
naast zich neemt, ziet men b.v. over 1926 dat de winst be
groot was op circa Fl. 109,000, terwijl deze in werkelijk
heid ruim Fl. 157,000,beliep, waar deze nu voor 1927
begroot is op Fl. 126,000,zou het mij tegenvallen wanneer
deze in werkelijkheid niet circa Fl 200,000,— zal bedragen.
Mijnheer de Voorzitter, Nu kan en mag het toch niet de
bedoeling zijn, dat alleen de afnemers van electrischen
stroom voor zoo'n belangrijke som bijdragen in de
gemeente-ontvangsten.
Op de technische gegevens is het mij moeilijker in te
gaan, hoewel uit het ingekomen adres met bijgevoegde tarieven
reeds blijkt, dat elders de tarieven lager liggen, begrijp ik
eenerzijds, dat dit lage niveau niet direct bereikt is, maar
dat er successievelijk tariefsverlagingen hebben plaats
gevonden.
Klein-industrie en handeldrijvende middenstand hebben
tegenwoordig de electriciteit noodig als een essentieel middel
in hunne zaken, waarbij de kosten een voorname rol spelen