954
30 NOVEMBER 1927
besluit, waartoe het College volkomen bevoegd is, wenscht
men dus te leggen in handen van den Raad en mitsdien de
verantwoordelijkheid daarvan over te dragen aan den Raad.
Spr. acht dit voorstel hoogst bevreemdend. De Raad is niet
op de hoogte van den financiëelen toestandhet College
onthoudt zich van het verstrekken der noodige gegevens,
zoodat de Raad niet met alle kennis van zaken over het
voorstel kan oordeelen. Bij de behandeling der begrooting
is indertijd gezegd, dat het beter was de tarieven te bespreken
bij de vaststelling van den factor. Dat is toen niet gebeurd.
Thans eenige maanden na de annexatie, nu de Raad geheel
onkundig is omtrent de financiën en dus niet in staat is over
den financiëelen toestand der gemeente te spreken, komen
Burgemeester en Wethouders met een tariefsverlaging. Dit
bevreemdt Spr zeer, te meer, omdat uit het voorstel blijkt,
dat het College niet eenstemmig is.
De heer PELSTER zegt, dat hij de minderheid in het
College heeft uitgemaakt, die van oordeel is, dat het thans
zeker niet het geschikte oogenblik is om tot tariefsverlaging
over te gaan. Wij kennen den financieelen toestand na de
annexatie nog niet voldoende. Overigens meent Spr., dat als
het voorstel wordt aangenomen, de verlaging niet behoort
in te gaan met 1 Januari, doch eerst met 1 Mei a.s., omdat
de thans geldende vermenigvuldigingsfactor voor de inkomsten
belasting niet vóór 1 Mei a.s. veranderd kan worden.
De heer VAN BUITENEN meent, dat de opmerkingen
van de heeren Haaiman en Van Houten tegenover
elkander staan. Inderdaad heeft de Raad indertijd aan Bur
gemeester en Wethouders een algemeene machtiging verstrekt
tot verlaging van de electriciteitsprijzen. Wanneer thans aan
den Raad wordt gevraagd, of hij tegen die verlaging geen
bezwaar heeft, wil dat geenszins zeggen, dat het College
daarmede alle verantwoordelijkheid van zich wil afschuiven.
Dat is niet het geval. Wat nu de voorgenomen verlaging
zelve betreft, deze heeft niet tot eenige critiek aanleiding