956 30 NOVEMBER 1927 cent. Van de 30 gemeenten met 20.00050.000 inwoners, zijn er 12, die een stroomprijs van 30 cent of hooger heb ben. Spr. kan dan ook niet erkennen, dat een objectieve vergelijking met andere plaatsen, zoozeer ten nadeele van Breda uitvalt. Steden als Rotterdam, Nijmegen en Eindhoven hebben een stroomprijs van 30 cents. Er is ook aangedrongen op verlaging van het tarief voor de klein-industrie. Hierbij mag echter niet uit het oog worden verloren, dat velen reeds een reductie genieten van 8 cent, welke, in verband met een toenemend verbruik, kan klimmen tot 10 cent, zoodat de stroom dan slechts kost 20 cent per K.W.U. Voor licht en kracht voor grootverbruik buiten spertijd zijn nog afzonderlijke tarieven vastgesteld. In hoever nog eenige meerdere verlaging kan plaats hebben voor krachtverbruik, klein-industrie en dergelijke zal overwogen worden, maar kan op dit oogenblik niet worden toe gestaan, omdat de gevolgen ervan nog niet te overzien zijn. Daarbij komt nog, dat de gemeente aan den vooravond staat van een vernieuwing van het contract met de P.N.E.M., waarvan men omtrent de resultaten nog in het onzekere verkeert. De VOORZITTER zegt, dat de motie van den heer Van Houten bij het College geen bezwaar ontmoet. Toen indertijd de Raad de algemeene machtiging verleende, was dit een gevolg van de conjunctuur en de steeds wisse lende kolenprijzen. Nu normale toestanden zijn ingetreden, is dit niet meer noodig. De motie onderstreept eigenlijk, wat en Burgemeester en Wethouders in de nota hebben gezegd. De heer ZIJLMANS heeft nota genomen van de mede- deelingen van den heer Van Buitenen. Het wil hem echter voorkomen, dat het nog niet voldoende tot het college is doorgedrongen, dat de tarieven voor de klein-industrie onbillijk zijn. Daarom dringt Spr. op een onderzoek aan. In verband met de vernieuwing van het contract met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 956