960
30 NOVEMBER 1927
„in verband daarmede de verordening, regelende de inrich-
„ting der plaatselijke politie (Gemeenteblad Nr. 324) te wij
zigen als met roode inkt in bijgaand exemplaar der genoemde
„verordening is aangegeven en deze in haar geheel opnieuw
„vast te stellen
„B. de gemeente-begrooting voor den dienst 1927 te
„wijzigen overeenkomst bijgaand ontwerp besluit."
Den heer COHEN heeft dit voorstel eenigszins bevreemd.
Immers, uit het debat, gevoerd bij de behandeling van het
voorstel-A p p e 1 b o o m op 9 April 1924, om het aantal
agenten van 63 terug te brengen op 50, blijkt duidelijk, dat
het de bedoeling van den Raad is geweest om dat aantal
op 60 te stellen. In het voorstel beroept men zich ten aan
zien van de reeds totstandgekomen uitbreiding van het politie
corps met 10 man, op de vigeerende verordening. Afgezien
van de 4 politiedienaren, die men genoodzaakt was van
Teteringen en Princenhage over te nemen, had men toch
voor de uitbreiding met de dan overblijvende 6 man eerst
bij den Raad moeten komen.
Wat nu betreft de verdere uitbreiding met nog 12 man;
deze wordt niet voldoende gemotiveerd. Spr. zal met het oog
op het late uur niet dieper op de zaak ingaan en in het kort
zeggen, wat hij wil. Vóór dit voorstel in stemming wordt
gebracht, wenscht hij overlegging van een algemeen dienst
rooster en de zekerheid, dat, ingevolge de indertijd aange
nomen motie-H a a 1 m a n, tot invoering van de 52-urige
werkweek, zal worden overgegaan.
Vervolgens wordt voorgesteld over te gaan tot instelling
van den rang van hoofdinspecteur. In de overgelegde ver
ordening nu staat het aantal inspecteurs le klasse op 2 aan
gegeven. Naar aanleiding hiervan vraagt Spr., of het in de
bedoeling ligt, naast den hoofdinspecteur nog 2 inspecteurs
le klasse aan te stellen. Zoo ja, dan kan hij zich met het
voorstel betreffende den hoofdinspecteur niet vereenigen.