1 DECEMBER 1927 975 De VOORZITTER antwoordt den heer Cohen, dat de bewuste onmiddellijke uitbreiding van het corps in Mei met een zestal agenten in het College is besproken de formatie liet 70 agenten toe. Burgemeester en Wethouders waren van oordeel, dat men deze aangelegenheid om practische redenen beter ineens in den Raad kon brengen dan er twee keer over te doen. De vier der buitengemeenten moesten worden overgenomen. Den heer Elich kan Spr- antwoorden, dat, zoolang men zich tot gebrekkige bewaking in een wijk moet beperken, op het woeste rijden geen goed toezicht kan worden gehouden. De heer B o g m a n s heeft verzocht zooveel mogelijk Bredanaars tot agent aan te stellen. Zulks gebeurt reeds, maar Bredanaars moeten haast nog geschikter zijn dan an deren, omdat lieden, die van buiten Breda komen, vrijer staan tegenover het publiek. De heer Ceratti vraagt, of het waar is, dat in het ge annexeerde gebied slechts door 4 veldwachters werd gesur veilleerd. Spr. weet dat niet; wel weet hij, dat de surveillance plaats had met het minimum aantal personen en dat dit ook te weinig bevonden werd. Echter worde niet vergeten, dat de marechaussée aldaar een belangrijke taak had. Men be hoort ook in de buitenwijken een goede bewaking te hebben; de bewoners daarvan betalen evengoed in de kosten der politiezij moeten dus op gelijken voet, al kan de vorm soms anders zijn (aantal rondes, rijwielsurveillance, enz.), behandeld worden. Voorts moet men niet uit het oog ver liezen, dat tengevolge van de annexatie de afstanden zooveel grooter zijn geworden, ook bij de uitreiking van stukken e. d. doet zich dit bemerken. Op de tweede vraag van den heer C e r u 11 i antwoordt Spr., dat, als de grenswijziging niet was totstandgekomen, men met 60 agenten toch niet had kunnen volstaan, want voor het recherche-werk beschikte men zeer zeker niet over een voldoend aantal krachten. Vervolgens de kwestie H a a 1 m a n-C o h e n. In 1923 had tusschen deze beide heeren een soort wedloop plaats, nu is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 975