1 DECEMBER 1927 979 geen behoorlijken dienstrooster kan samenstellen. Men zou, zooals hij bereids opmerkte, daarvoor tot 48 uur moeten te ruggaan, in welk geval hij 9 agenten meer noodig zou heb ben. Spr. acht evenwel invoering van de 48- urige werkweek uit hoofde van den dienst niet noodig De heer SCHRAUWEN verklaart, den oorspronkelijken tekst van de motie-Haaiman over te nemen. De VOORZITTER begrijpt niet, wat de heerSchrau- w e n wilzonder financieele gevolgen kan de 52- urige werkweek niet worden ingevoerd. De heer SCHRAUWEN Er is nu reeds een dienstroos ter opgemaakt, waarbij rekening is gehouden met een uit breiding van het corps met 22 man. En nu lijkt het mij niet onmogelijk, dat daarop de 52- urige werkweek kan worden toegepast. De VOORZITTERU reikt U zelf een brevet van grooter bekwaamheid uit dan aan mijtoch is er iets voor te zeggen, dat aan de uitkomsten van ons onderzoek misschien meer beteekenis is te hechten. De heer SCHRAUWENAls U eens zelf 6 agenten uit koos en met hen overleg pleegde, dan zou het misschien wèl kunnen. De motie- Haaiman wordt daarop in stem ming gebracht en verworpen met 16 tegen 7 stemmen. Tegende heeren Sch ra uwen, Van Veen, Brantjes, Esbach, Moll, Elich, Loonen, Van den Boom, Van Mierlo, Zijlmans, Broos, Ku ij laars, Van de Ven, Cerutti, Van Buitenen en Speyart van Woerden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 979