1064 12 DECEMBER 1928. ders hebben bij de stukken gevoegd een berekening, hoeveel minder in het 3e kwartaal van dit jaar aan bijdragen ont vangen zou zijn, als toen de voorgestelde regeling reeds gegolden zou hebben. Volgens die berekening zou het f 160,60 geweest zijn. Ik wil aannemen, dat deze berekening juist is, al komt zij mij wel eenigermate verdacht voor. Maar wat zegt nu zoo'n berekening over een enkel kwartaal ten aanzien van het bedrag, dat voortaan gemiddeld per jaar minder door de betrokkenen bijgedragen en meer door de gemeente betaald zou worden? Bitter weinig, want de omstandigheden kunnen in het eene kwartaal heel anders zijn dan in het andere. De samensteller der berekening heeft bovendien geen rekening gehouden met een factor van groote beteekenis, namelijk niet hiermede, dat door het vervallen voor grootere gezinnen der bijdragen van f 2,50, 2,1,50 en 1,per dag en het stellen van het maximum voor deze gezinnen op slechts f 0,75 per dag, veel meer personen dan thans gebruik zullen maken van de gelegenheid om de zieken naar het ziekenhuis te brengén voor 3/4 of meer ten koste van de gemeente. Nu kost hun dat naar gelang van het inkomen f 7,10,50, 14,of 17,50 per week, terwijl het bij aanneming der voorstellen van Burgemeester en Wethouders hoogstens slechts f 5,75 per week kan kosten. Dat is een zeer belangrijk verschil. Met dezen factor is dus wel ter dege rekening te houden. De gemeente betaalt voor een zieke in het ziekenhuis doorgaans f 3,— per dag. Komen er nu door het zooveel lager stellen der bijdragen een 25 tal zieken per jaar meer in het ziekenhuis met gemiddeld 80 verpleegdagen het geen toch niet te ruim geschat is dan kost dit aan de gemeente: 2000 X f 3,of f 6000,verminderd met de bijdragen ad 2000 X (hoogstens) f 0,75 of f 1500,—, dus f 4500,per jaar meer. Op dit bedrag durf ik gerust de vermeerdering der uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 1064