1070
12 DECEMBER 1928.
onvermogend le worden verklaard. Waarop baseert de heer
Pelster die bewering? De heer Pelster zegt: „de limiet
van het weekloon wordt van f 17,op f 34,50 gebracht;
17 ged( 'd op AL gaat tweemaal, dus zullen er tweemaal
zooveel wem ".den zijn; er zullen 2 armendokters
noodig zijn; de apothekersrekeningen zullen tweemaal zoo
hoog worden, enz." Deze redeneering is echter onjuist.
Op het oogenblik wordt de hand gelicht met de bestaande
regeling. Daarom heeft Spr., zoodra hij wethouder was,
aangedrongen op het totstandkomen van een vaste regeling,
waaraan strak de hand zal worden gehouden. De G. G. D.
moet alleen te zorgen hebben voor de hygiëne; de finan-
cieele zijde van de zaak behoort afgehandeld te worden
buiten dien dienst om.
Men kan aannemen, dat er twee groepen zijn: onver-
mogenden en minvermogenden. De heer Pelster nu wil
laatstgenoemde categorie splitsen in personen, die niets en
personen, die wel wat in de verpleegkosten kunnen betalen.
Maar minvermogenden, die niets kunnen betalen, zijn toch
onvermogend.
Bij de vaststelling der tarieven hebben Burgemeester en
Wethouders vele cijfers van andere gemeenten overgenomen.
Zij hebben zich daarbij op het standpunt gesteld, dat de
bijdrage in de verpleegkosten slechts zooveel mag zijn dat
er voor de leden van het gezin, die thuis achterblijven,
genoeg overblijft om het hoofd boven water te houden.
Spr. meent, dat ieder voor zich wel beslissen kan, of, dit
vooropgezet, de voorgestelde bedragen juist zijn; hij laat
dat dan ook gaarne aan den Raad over.
De heer Pels ter wil niet medegaan met de zienswijze
van Burgemeester en Wethouders, dat, wanner r de verple
ging langer dan 2 maanden duurt, het huisho.iden onder-
komt en zulks steeds meer naar mate de verpleging langer
duurt. Voor Burgemeester en Wethouders is dat een reden
om dan de bijdrage te verminderen.
Spr. zou niet gaarne willen, dat de behandeling van dit