12 DECEMBER 1928. 1077 den heer Van Veen aangegeven weg volgde, het Burger lijk Armbestuur de gemeente op heel wat meer kosten zou komen te staan. De heer PELSTER wil den heer Rippen, die gezegd heeft, dat Spr. een in de studeerkamer uitgebroede theorie heeft verkondigd, doen opmerken, dat Spr. geen eigen meening verkondigd heeft, maar die van Dr. Van Ro- munde, een man van de practijk en een autoriteit. Weet u het beter dan hij, mijnheer Rippen? De heer Wethouder Van de Ven heeft nog enkele merkwaardige dingen gezegd. Burgemeester en Wethouders, zoo zegt hij, overwegen het instellen van wijkverpleging en hierdoor zal het aantal verpleegden in ziekenhuizen verminderen. Maar die wijk verpleging bestaat toch reeds! Daarvoor is toch reeds met goedkeuring van den Raad een overeenkomst aangegaan met het Wit-Gele Kruis! De heer Wethouder Van de Ven heeft ook gezegd, dat Burgemeester en Wethouders ten aanzien der tarieven altijd wel zullen weten te geven en te nemen. Als de maximum-bijdrage van f 0,75 hun te laag voorkomt, zullen zij wel meer vorderen. Maar dat gaat toch niet aan 1 De G. G. D. moet zich aan de door den Raad vastgestelde tarieven houden en alleen in bijzondere gevallen' kan daar van met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders worden afgeweken. De heer Wethouder Van de Ven heeft een enormiteit verkondigd, toen hij zeide, dat in de tarieven alle inkomen- grenzen minimum-grenzen zijn. Voor een gezin van tien personen b.v. zou dus volgens hem zoowel een inkomen van f 34,50 per week als een inkomen van f 48,50 per week het minimum zijn, dat zulk een gezin absoluut nood g heeft! Dat is toch waarlijk al te gek! De heer VAN VEEN heeft niet willen beweren, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 1077