410
3 MEI 1928.
door de Socialisten niet op het plegen van overleg aan
gedrongen.
De heer Gruijs heeft er zich verder over beklaagd, dat
er geen S. D. A. P.'er zitting heeft in de Bouwcommissie.
Spr.'s fractie had vele personen te verdeelen over een be
perkt aantal commissies. Zij heeft meer niet-Katholieken
aangewezen dan noodzakelijk was, zelfs met voorbijgaan
van vele Katholieken.
Wat het behartigen van het algemeen belang betreft; de
Katholieken behartigen het belang van alle categorieën,
terwijl de Socialisten volgens den heer Gruijs in de eerste
plaats dat van de arbeidersklasse op het oog hebben. Spr.
vraagt zich af: Hoe is het bij de verkiezingen gegaan? En
hij komt dan weer op het verkiezingsblaadje „Stemt Rood".
Er werd daarin niet gesproken over het behartigen van de
belangen van andere klassen dan de arbeiders-klasse. Er
staat daarin zelfs vermeld: „Wij hebben maar één doel:
het belang van de arbeiders-klasse! Wij zorgen niet voor
Jan en alleman." Dit klopt dus niet met hetgeen de heer
Gruijs heeft gezegd. De Katholieken nu zorgen wél voor
Jan en alleman.
De heer Rip pen heeft Spr. de vraag gesteld: Als er
nu eens 10 Katholieken in den Raad zaten, zou de R. K.-
fractie dan ook geen aanspraak maken op een zetel in het
College? Spr. kan daarop antwoorden: Waarschijnlijk wel,
maar U bent hier niet met 10 in groote beginselen gelijk-
denkende menschen. Integendeel, de 10 niet tot de R. K.
Staatspartij behoorende leden vertegenwoordigen hier 4
partijen, die tegenover elkaar staan als water en vuur. Wat
de wethoudersverkiezing te Amsterdam betreft, daar stond
de zaak anders. Wij hebben hier geen moeite met de aan
wijzing gehad; wij hadden de geschikte personen voor het
grijpen. En nu de persoonlijke bezwaren. Die zijn er,
gunstige en ongunstige. Maar, is het nu noodig die hier
in het openbaar te noemen? Spr. is van meening, dat de
beleefdheid eischt de ongunstige persoonlijke bezwaren hier