420
3 MEI 1928.
het bevorderlijk voor een goede verstandhouding onder het
personeel.
Dit geldt zoowel voor het Gas- als voor het Electriciteits-
bedrijf.
Wij verwachten dan ook, dat door het College van Bur
gemeester en Wethouders met den meesten spoed aan een
dergelijk schandelijk saboteeren van den 8-uren dag een
einde zal worden gemaakt.
De heer VAN BUITENEN wijst er op, dat de heer Van
Veen, die niet bevredigd is over het antwoord van Bur
gemeester en Wethouders in zake het publiceeren van de
calorische waarde, in gebreke is gebleven het groote nut
aan te toonen, dat daarin voor de verbruikers gelegen is.
Omtrent de gaslevering door het Staatsmijnbedrijf valt niets
nieuws mede te deelenBurgemeester en Wethouders weten
daarvan niet meer dan in de bladen is gepubliceerd. Het
is trouwens geen brandende kwestie.
De heer Van Houten heeft het nog weer eens gehad
over het misbruik bij den verkoop van gaspenningen. Dit
kwaad is niet inhaerent aan het gebruik van gaspenningen;
het kan zich ook bij dat van 2' 2 cents-stukken voordoen.
Dit neemt echter niet weg, dat het hier een ernstigen mis
stand betreft, maar Spr. weet evenmin a's de heer Van
Houten, wat daartegen te doen is. Men gaat in de gevallen,
die de heer Van Houten op het oog heeft, die penningen,
in plaats van op het kantoor van de Gasfabriek, koopen
bij menschen, waaraan men verplichtingen heeft en dezen
maken daarvan gebruik om ze tegen een hoogeren prijs
dan den vastgestelden te verkoopen. Het eenige ter voor
koming van het euvel is, dat men de penningen aan de
Gasfabriek haalt.
Spr. gelooft niet, dat de gegevens van den heer Van
Houten, betreffende het overwerk, van recenten datum
zijn; het adjectief „gouden" ploeg is van verleden jaar.
Overwerk komt thans zoo weinig mogelijk voor. Het is