4 MEI 1928. 431 Wij verzoeken Burgemeester en Wethouders dit voorstel over te nemen of anders in stemming te brengen. Ook wanneer uitvoering van dit voorstel moeilijkheden met de Noord-West-Brabantsche Waterleiding tot gevolg zou hebben, hebben wij deze moeilijkheden en de gevolgen ervan veel liever dan deze menschen nog langer zonder water te laten zitten. Mijnheer de Voorzitter, het komt mij verder voor, dat het verbruik, wat op 10 M:. water per kwartaal berekend is, te laag is. Vooral gioote gezinnen komen per kwartaal aan deze 10 M:!. belangrijk tekort. Dit heeft tot gevolg, dat vele bewoners van nabij singels gelegen straten, zeer veel water hieruit halen om de straten te schrobben, de wasch te doen enz. In straten, niet in de nabijheid van singels gelegen, wordt zóó zuinig mogelijk met het water geleefd natuurlijk om niet boven de 10 M'. per kwartaal te komen dat herhaaldelijk verstoppingen in de closets voor komen. Reeds eenige jaren geleden is door den heer Bogmans voorgesteld om het aantal M:'. van 10 op 12 te brengen. Mijnheer de Voorzitter, een zelfde voorstel zou ik thans willen doen en stel derhalve voor: dat het maximum waterverbruik per drie maanden tegen den prijs van f 2.50 mag bedragen 12 M-'. De heer KROONE zegt, dat hij het onjuist acht, dat in het geannexeerde gebied de tarieven voor het water niet de zelfde zijn als in het oude Breda. Spr. dringt met klem op gelijkstelling der tarieven aan. Spr. weet, dat er groote moeilijkheden zijn en dat er zelfs groote kosten aan ver bonden kunnen zijn, maar volgens Spr. mogen die geen belemmeringen zijn om te bereiken, dat alle gemeentenaren hetzelfde tarief voor water betalen. De heer VAN VEEN is niet geheel tevreden met het antwoord van Burgemeester en Wethouders in zake den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 431