4 MEI 1928. 433 De heer KROONE is niet geheel tevreden met het ant woord van den Wethouder. Spr. wil per se een oplossing vinden om te komen tot tariefsegalisatie, hetzij door af- koopen van de concessie, hetzij op andere wijze. De heer SCHRAUWEN vindt 10 M\ water per kwartaal vooral in de zomermaanden veel te weinig. Spr. voelt er veel voor om die bepaling in de verordening aldus te wij zigen, dat er 40 M'. per jaar mag verbruikt worden. Dit zou veel eenvoudiger zijn voor de administratie en het levert bovendien het voordeel op, dat wanneer de menschen 's winters beneden de 10 M:'. per kwartaal blijven, zij in de zomermaanden er dan eenigszins boven uit mogen gaan, zonder het maximum te overschrijden. Dit denkbeeld, aldus Spr., is in de gascommissie al meermalen ter sprake ge bracht. De heer VAN HOUTEN vraagt zich af, hoe lang de menschen bij Klein-Buitenveld nog zonder water zullen zitten. Wat zullen de gevolgen daarvan zijn? En daarvan dragen wij dan als gemeentebestuur de verantwoording. Spr. wil daarom, wat ook de moeilijkheden met de Noord- Westbrabantsche Waterleidingmaatschappij zullen zijn, daar een tank met water plaatsen. Ten aanzien van het abonnementstarief van 10 M'. water, zegt Spr., dat zijns inziens aan de verordening niet erg de hand wordt gehouden. Volgens Spr. zal in de toekomst het water het allereerst kosteloos aan alle ingezetenen moeten worden verstrekt. De heer VAN BUITENEN zegt, dat de verordening op de Waterleiding dus gewijzigd moet worden. Vooral nu men daar een tariefswijziging aan vastkoppelt, zal die wijziging zoo maar niet rauwelijks kunnen gebeuren. Men kan de gevolgen daarvan nu niet overzien. Spr. noodigt den heer Schrauwen uit, een wijziging der verordening in de gascommissie aan de orde te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 433