438 4 MEI 1928. door het gemeentebestuur, ten aanzien der gemeentewonin gen geheel anders is gehandeld als door hen is aangegeven in het antwoord op het Centraal Rapport. Ik dring er dan ook op aan, dat in straten, waar nog geen kabels liggen en door de bewoners eléctrische aan sluiting wordt verlangd, wordt overgegaan tot het aanleggen der kabels. Bij „baten" zeggen Burgemeester en Wethouders, dat het voorstellen van nieuwe tarieven eerst mogelijk zal zijn, nadat over de nieuwe voorwaarden met de P.N.E.M. over eenstemming zal zijn bereikt. Mijnheer de Voorzitter, ik denk er anders over. Wanneer wij zien, dat ondanks de verlaging, welke op 1 Januari j.l. is ingevoerd, de winstuitkeering aan de Ge meente nog geraamd wordt op f 126,905.94, dan vind ik dit nog een zeer hoog bedrag, daar het electriciteitsbedrijf hier ter stede een zuiver distributiebedrijf is, en m.i. het niet gewenscht is, dat dergelijke hooge bedragen als winst uitkeering worden verstrekt. Ik laat nu buiten beschouwing de meening van zeer vele leden, dat de raming van de winstuitkeering aan de Gemeente over 1927 met ongeveer f 80,000.is overschreden. Daarom, Mijnheer de Voorzitter, ben ik van meening, dat verdere verlaging der tarieven wel mogelijk is en wel voor de volgende groepen ten eerste voor de lichtverbruikers binnen de gemeente; ten tweede voor de verbruikers van kracht, reclame-ver lichting en laagtarief. Derhalve doe ik het volgende voorstel, waarop ik gaarne prae-advies tegemoet zie: Voor lichtverbruikers wordt de prijs verlaagd met 5 cent per K.W.U., hetwelk een bedrag zou kosten van 5 X 1.035.000 is f 51,750.— Voor kracht, lichtreclame en laagtariefverbruik wordt een verlaging ingevoerd van 5 cent per K.W.U., hetwelk dan minder op zou brengen 5 X f 250.000 is f 12,500.zoo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 438