440
4 MEI 1928.
dezen Raad levendig te houden. Spr.'s fractie wilde ook
weten, of Burgemeester en Wethouders al stappen in de
richting van tariefsverlaging bij de P.N.E.M. hebben gedaan.
Spr. bestrijdt hierna nog het voorstel van het raadslid Van
H o u t e n en wijst deze op het onhoudbare van zijn vergelijking.
Bij post 1 (baten) zegt de heer ZIJLMANS:
Het heeft mij bevreemd, waar op eenigszins gemotiveerde
wijze is aangedrongen op een verlaging van het veel te
hooge tarief voor krachtstroom, dat Burgemeester en Wet
houders deze afhankelijk stellen van de nieuwe voorwaarden
met de P.N.E.M.
Immers een tariefsverlaging voor licht, welke een aan
merkelijke winstderving met zich bracht, is nog slechts kort
geleden door den Raad goedgekeurd.
Mag men nu huiverig zijn om een verlaging van den
prijs van den krachtstroom, mede onder het oog te zien,
wanneer het zeer waarschijnlijk is, dat dit geen winstderving,
maar een voordeel ook voor de gemeente zal opleveren?
Het tegenwoordig tarief van 20 ct. per K.W.U. is voor
het kleinbedrijf in den regel veel te duur en dit heeft tot
gevolg, dat de krachtstroom hier ter stede in dé middelmatige,
kleine en zeer kleine bedrijven nog veel te weinig wordt
toegepast.
Spr: geeft toe, dat over een eventueele verlaging bij de
behandeling dezer begrooting geen beslissing kan worden
genomen, maar zou gaarne zien, dat Burgemeester en Wet
houders daarover spoedig een prae-advies uitbrachten.
De heer LOONEN zegt:
Mijnheer de Voorzitter,
Op de eerste plaats mag ik het College van Burgemees
ter en Wethouders dankbaar zijn dat het einde van het
vorige jaar met een tariefsverlaging is gekomenwij hebben
dan ook gezien, dat de goede wil er bij dit College is.
Dankbaar zijn we, maar niet voldaan. De winst op het