452 4 MEI 1928. De sneeuwval is nu eenmaal een onzeker element. Daarom wordt voor het sneeuwruimen een bedrag geraamd naar de ondervinding in vorige jaren opgedaan. Dat het vorig jaar de sneeuw langer is blijven liggen is veroorzaakt door de plotseling invallende vorst. Mocht door onvoorziene omstandigheden deze post later te gering blijken, dan zullen Burgemeester en Wethouders met een voorstel tot verhoo ging komen. Op het oogenblik heeft Spr. daar nog geen reden voor. Wat het zandstrooien betreft, merkt Spr. op, dat op de trottoirs door de bewoners der perceelen zand moet ge strooid worden krachtens de Politieverordening, en voor zoover het de openbare straat zelf betreft' geschiedt dit door Openbare Werken, omdat het valt onder onderhoud van den weg. De heer VAN VEENDe ondervinding heeft geleerd dat f 1000.voor sneeuw opruimen te weinig is. Deze post moet op de hoogte van de waarschijnlijkheid gebracht worden. Wat de uitvoering van het voorschrift der Politie-veror- dening betreft, daarin heeft Spr. niet veel vertrouwen. Ver leden jaar zijn er verschillende menschen van de gladheid de dupe geworden. De heer VAN WERKHOOVEN voelt ook niet veel voor verhooging van dezen post. Wel, meent Spr., is er dezen winter een klein verzuim geweest ten aanzien van het sneeuwruimen. Men is hier namelijk anderhalven dag te laat met ruimen begonnen. De VOORZITTER zegt, dat het dikwijls verkeerd is in zulke gevallen naar andere plaatsen te zien. De omstan digheden zijn heel dikwijls verschillend. Spr. is in die dagen ook in een andere zeer belangrijke plaats geweest en daar was men met sneeuw opruimen nog later dan in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 452