1011 15 NOVEMBER 1929. heerschtin het advies van den Directeur van Openbare Werken wordt namelijk voorgesteld, de perceeien aan Smeek ens te verhuren voor vier jaar, doch aan De Jongh voor een jaar, terwijl Burgemeester en Wethouders nu voorstellen, de perceeien aan beiden te verhuren voor een jaar en verder van jaar tot jaar. De heer VAN MIERLO verklaart, dat het oorspronkelijk in de bedoeling lag de perceeien voor vier jaar te ver huren. Later is men daarvan teruggekomen en hebben beide gegadigden genoegen genomen met een verhuring van jaar tot jaar. Dit leverde geen bezwaar op, daar de huurprijs hetzelfde bleef. De heer KUIJLAARS dankt de heer Van Mierlo voor zijn toelichting en zegt, dat het een zeer voordeelige ver huring voor de gemeente is. Spr. geeft zijn medeleden dan ook in overweging, deze voorstellen te aanvaarden. De heer VAN VEEN vraagt, of het geen aanbeveling zou verdienen de perceeien in kwestie als volkstuintjes te verhuren. De heer VAN MIERLO brengt in herinnering, dat aan de Vereeniging „Bredasche Volkstuintjes" nog niet lang geleden voor een luttel bedrag een terrein van 2 H.A. aan de Loopschans in gebruik is gegeven. Spr. ziet niet in, waarom het noodig zou zijn nu weer in een ander stadsdeel een terrein aan die Vereeniging te verhuren. De heer VAN VEEN handhaaft zijn denkbeeld en wil de verdere behandeling van dit punt aanhouden om Bur gemeester en Wethouders in de gelegenheid te stellen dit te overwegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1011