15 NOVEMBER 1920.
1015
„Voor de levering verwijzen wij U naar de overgelegde
„ontwerp-voorwaarden voor de levering yan electriciteit
„volgens het vastrechttarief voor winkels en/of reclame.
„Ten slotte wordt medegedeeld, dat de betrokken com-
„missie van bijstand uit den Raad, zich met deze voorstellen
„kan vereenigen.
„Wij hebben de eer U, in verband met het vorenstaande
„voor te stellen, de hierbij gevoegde ontwerp-verordeningen
„en besluiten vast te stellen, en te bepalen, dat zij in
„werking zullen treden op 1 Januari 1930.
„De door den heer Haaiman bij de behandeling der
„gemeente-begrooting ter zake ingediende motie, is hiermede
„afgedaan."
De heer HAALMAN brengt in herinnering, dat door hem
op 22 Januari 1929 de volgende motie is ingediend:
„De Raad der gemeente Breda, van oordeel, dat ook
„voor het Electriciteitsbedrijf een z.g. vastrechttarief behoort
„te worden ingevoerd, noodigt het College van Burgemees
ter en Wethouders uit, een daartoe strekkend voorstel bij
„den Raad in te dienen."
Deze motie is in de raadsvergadering van 31 Januari
d. a. v. in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld
om prae-advies. Thans komt dit College met een voorstel
tot invoering van een vastrechttarief voor levering van
electriciteit en nu verwondert het Spr., dat dit voorstel
niet op de gebruikelijke wijze is ingekleed, namelijk als
prae-advies op de door hem ingediende motie. Alleen op
het allerlaatst wordt gezegd, dat de door den heer Haaiman
ingediende motie hiermede is afgedaan. Er mag blijkbaar
nooit iets goeds van een andere zijde dan van Burgemeester
en Wethouders komen; alles moet van hen uitgaan. Men
heeft hetzelfde zien gebeuren met de gasprijsverlaging; toen
Spr. voorstelde den gasprijs te verlagen kon het niet, maar
eenige maanden later kwamen Burgemeester en Wethouders
zelf met een voorstel daartoe!