15 NOVEMBER 1929.
vóór de behandeling van de gemeente-begrooting voor dit
jaar de invoering van een vastrechttarief voor levering van
electriciteit ter sprake is gebracht; Spr. tart den Wethouder
dit uit de notulen aan té toonen. Spr. zegt, dat dit College
van Burgemeester en Wethouders klein is in alles, waarin
een groot mensch klein kan zijn.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer Haaiman
zich er over beklaagt, dat zijn motie eerst aan het slot van
dit voorstel is genoemd in plaats van in den aanhef. Nadat
evenwel de heer Van Veen de voorgestelde regeling een
doode musch heeft genoemd, zal de heer Haaiman er
wel niet meer zoo rouwig om zijn, dat hij niet het mono
polie van de eer van het voorstel heeft.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij
ziging van het dubbeltarief voor levering van electriciteit,
luidende als volgt:
„In verband met ons voorstel tot het invoeren van een
„vastrechttarief voor electriciteit op 1 Januari 1930, tenge
volge waarvan de meer verbruikte stroom met 10 cent per
„K. W. U. wordt berekend, komt het ons gewenscht voor,
„ook het laagtarief van het dubbeltarief tot 10 cent per
„K. W. U. te verlagen. Na deze verlaging is er geen reden
„de kortingen, vermeld op bladzijde 712 der gedrukte
„raadsnotulen van 29 Juni 1928, te handhaven.
„Mitsdien hebben wij de eer U voor te stellen, het raads
besluit van 18 October 1919 (zie gedrukte notulen 1919,
„bldz. 426), gewijzigd bij besluit van 29 Juni 1928 (zie
„gedrukte notulen 1928, bldz. 712) te wijzigen als volgt:
a. „het laagtarief van het dubbeltarief, bij raadsbesluit