15 NOVEMBER 1929. 1027 De VOORZITTER acht het niet juist, deze gratificaties in vaste bedragen vast te leggende controle-diensten wis selen nu eenmaal. De heer VAN BUITENEN merkt nog op, dat ook de pensioensgrondslag van leeraren aan de Avondschool voor ambachtslieden telkens wisselt in verband met het aantal lesuren. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 43. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het voorstel van het raadslid P. Haaiman, in zake het instellen van een boekenfonds voor het uitgebreid lager-, middelbaar- en voorbereidend hooger onderwijs, luidende als volgt: „Naar aanleiding van het voorstel van den heer P. „Haaiman tot het vaststellen van een verordening rege- „lende de instelling van een boekenfonds voor U. L. O., „M. O. en Voorbereidend H. O., welk voorstel in onze „handen om prae-advies is gesteld, hebben wij de eer „Uwen Raad te wijzen op art. 5 van het Uittreksel uit de „beschikking, regelende de schoolgeldheffing aan de Rijks „Hoogere Burgerscholen (pag. 19) en op het 2e lid van „art. 10 van het Reglement voor de Handelsavondschool, „beide hierbij overgelegd, waarin voor de leerlingen dezer „scholen reeds een voorziening is getroffen, die in de „richting van het voorstel van den heer Haaiman gaat. „Het geringe beroep, dat door leerlingen op deze regelingen „gedaan wordt, wettigt de vraag, of een boekenfonds voor „U. L. O., M. O. en V. H. O. wel voldoende reden van „bestaan heeft. Mocht het al meer aanvragen krijgen, dan, „gezien de ondervinding, te verwachten is, zoo vreezen wij, „dat deze toename eerder een gevolg zal zijn van het be- „staan van het fonds, dan van grootere behoefte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1027