1032 15 NOVEMBER 1929. „Art. 2 noemt de bedragen, die verschuldigd zijn. Wij ,zijn daarbij uitgegaan van de onderstelling, dat z. g. n. woonstraten, dat zijn die, welke weinig doorgaand verkeer hebben, als regel niet meer dan 12 M. breed zullen zijn, waarvan 6 M. voor de bestrating en aan weerszijden 3 ,M. voor de trottoirs. Wel zullen waarschijnlijk nog een .belangrijk aantal straten mmder dan 12 M. breed zijn; bij ,deze wordt aangenomen, dat de bestrating als regel 5 ,M. breedte zal hebben en op het overige trottoirs worden .gelegd. Bij een straatbreedte van 8 M. worden de trottoirs ,dan 1,50 M. en bij 10 M. 2,50 M. Wij stellen voor, 75% ,van de kosten van aanleg op de eigenaren te verhalen; ,een belasting ingevolge art. 242d der Gemeentewet kan ,over ten hoogste 30 jaren loopen; de te heffen bedragen .berekenden wij naar annuïteiten over 30 jaar bij een rentepercentage van 4%. „Er zijn straten die wel rioleering, maar geen verharding .hebben; andere die wel trottoirs hebben, maar geen be strating. Wegens het verband tusschen deze belasting en ,de kosten van het werk, hebben wij in art. 2 de verschul digde bedragen voor de bestrating, trottoirs en rioleering afzonderlijk genoemd. „De prijs van een gemiddeld riool (eivormig betonriool ,met een profiel van 40/60) is f 17,per M., zoodat voor ,elk eigendom ter weerszijden van den weg de kosten be dragen f 8,50 per M waarvoor wordt geheven f 0,40 per ,jaar. „In straten van 8 M. breedte worden gewoonlijk trottoirs ,van 1,50 M. breedte aangelegd. De kosten van eiken M. trottoir (tegels) zijn berekend op f 5,42, waarvoor wordt .geheven f 0,26. In straten van 10 M. wordt gerekend op .trottoirs van 2,50 M. waarvoor de kosten zijn te stellen op ,f 7,70 per M. en waarvoor wordt geheven f 0,36. Straten ,van 12 M. hebben trottoirs van 3 M. breedte. Kosten per ,M. f 12,84, waarvoor te verhalen f 0,61. „Als normale verharding is klinkerbestrating genomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1032