1054 15 NOVEMBER 1929. i De VOORZITTER antwoordt, dat het karakter dier wo ningen niet te voren behoeft vast te staanhet zal later uitgemaakt moeten worden. De heer VAN VEEN kan zich volkomen met dit onteige ningsplan vereenigen, maar zou gaarne weten, hoeveel geld hiermede gemoeid is. Een begrooting daarvan is gemakke lijk te maken, doch men is blijkbaar vergeten, haar bij de stukken over te leggen. De VOORZITTER zegt, dat er niets vergeten is. De koop prijs wordt in den regel eerst later door den rechter of bij minnelijke schikking bepaald. In dit geval is er echter te dien opzichte reeds overeenstemming verkregen, zoodat na bekomen Koninklijke goedkeuring van het onteigeningsbesluit de perceelen tegen betaling van ruim f 61.000,aan de gemeente in eigendom zullen overgaan, doch eigenlijk is dit thans nog niet aan de orde. De heer VAN VEEN: Het betreft hier toch een beginsel besluit tot aankoop. De VOORZITTER: Het staat later nog aan den Raad te beoordeelen, of hij den grond tegen dien prijs aanvaarden wil. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 1. Door den heer SCHRAUWEN wordt, namens de Commissie, belast met het onderzoek der rekening van de Verslagen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1054