b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde ge bouwd of opgericht; 21 NOVEMBER 1929. 1065 Voor: de heeren Van de Ven, Brantjes, Kuijlaars, Van Mierlo en Van Buitenen. De VOORZITTER constateert, dat de Raad de gevraagde ontheffing dus wenscht te verieenen; de ontwerp-voorwaar- den, waarop dit behoort te geschieden, zullen den Raad in de volgende vergadering ter vaststelling worden aangeboden. 30. Gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op het adres van den N. C. Boerenbond, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening voor het bouwen van een broeikas op het perceel aan den Teteringschedijk, kadastraal bekend Sectie D. no. 2577 (aangehouden in de vergadering van 15 November j.l.). De VOORZITTER deelt mede, dat Burgemeester en Wet houders van meening zijn, dat het hooger optrekken van de schoorsteen der broeikas hierbij niet behoeft te worden voorgeschreven; die zaak kan huns inziens bij het verieenen van de bouwvergunning worden nagegaan. De heer KUIJLAARS verklaart met die zienswijze volko men in te stemmen. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop besloten, adressant de gevraagde ontheffing te verieenen onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; c. dat de te bouwen broeikas niet van bestemming ver- andere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1065