21 NOVEMBER 1929.
1067
„voor het M. U. L. O.-diploma en bovendien wegens invoe
ging van eene nieuwe Engelsche leermethode.
„Wat betreft de aanschaffing van leermiddelen, welke noo-
„dig zijn wegens uitbreiding van het aantal leerlingen en wij
ziging of uitbreiding van de examen-eischen voor het M. U.
„L. O.-diploma, deze kunnen geacht worden te behooren tot
„de kosten, welke ingevolge art. 72 der L. O.-wet ten laste
„der gemeente kunnen worden gebracht.
„Ander^ staat het, wanneer het geldt de invoering van eene
„nieuwe leermethode ter vervanging van boeken, die versleten
„zijn.
„In dit opzicht blijven wij ons op het standpunt plaatsen,
„dat de daarmede gepaard gaande uitgaven behooren te wor-
„den bestreden uit de vergoeding, welke de schoolbesturen
„jaarlijks ingevolge art. 101 der wet van de gemeente ontvan-
„gen en dus gerangschikt dienen te worden onder de zooge
naamde exploitatiekosten der school.
„Wij kunnen alzoo geen vrijheid vinden U in overweging
„te geven de daarvoor gevraagde gelden toe te staan.
„Wel komt het ons voor, dat 10 exemplaren van elk der
„aangevraagde boeken onder de kosten ingevolge art. 72 zijn
„te verantwoorden, omdat de aanschaffing daarvan met de
„uitbreiding van het leerlingenaantal kan verband houden.
„Resumeerend hebben wij de eer U alzoo voor te stellen,
„aan het schoolbestuur voornoemd de vereischte medewer
king te verleenen voor de aanschaffing van leerboeken en
„leermiddelen, welke benoodigd zijn wegens uitbreiding van
„het aantal leerlingen en de uitbreiding van de examen-eischen
„voor het M. U. L. O.-diploma, doch daarentegen af te wijzen
„de aanvrage tot aanschaffing van nieuwe Engelsche leerboe
ken voor de le, 2e en 3e U. L. O. klassen, met dien verstan-
„de echter, dat 10 exemplaren van elk der aangevraagde boe
ken volgens art. 72 der wet zullen worden vergoed, doch
„dat de kosten van aanschaffing van de overige exemplaren
„behooren te worden bestreden uit de vergoeding krachtens
„art. 101 der wet."
