21 NOVEMBER 1929. 1075 Wordt langs de andere straatzijde niet gebouwd, dan komen de bestratingskosten voor die andere helft ook voor rekening 'der gemeente. Het zou dan ook onbillijk zijn hier anders Je bepalen. Ten slotte wijst Spr. er op, dat de Bouwverordening den bouwondernemer het recht geeft de bestratings- en riolee- ringswerken zelf uit te voeren. Men heeft hier dus een plan, dat voldoet aan de bepalingen der Bouwverordening. Als de heer Z ij 1 m a n s het niet goed vindt, dat de ondernemer zelf de bestratings- en rioleeringswerken uitvoert, waarom heeft hij dan indertijd aan het totstandkomen der desbetreffende bepaling medegewerkt Wat de opmerking van den heer R i p p e n over de straat breedte betreft, zegt Spr. te gelooven, dat deze zich vergist. De bedoelde weg is op 6 M. breedte met aan iedere zijde een trottoir van 3 M. breed geprojecteerd, dus totaal op 12 M. breedte. Nu valt over een andere indeeling van het wegpro- fiel altijd nog te praten. Er komt op het geheele plan maar één straatje voor, dat op 5 M. breedte is geprojecteerd en dit is gedaan, omdat men nu eenmaal is begonnen met het op die breedte aan te leggen het vormt namelijk de voortzet ting van de reeds bestaande Tennisstraat, welke onmogelijk verbreed kan worden. Dit is dus een logisch gevolg van de omstandigheden en vloeit niet voort uit een zucht om den ondernemer ter wille te zijn. De heer ZIJLMANS verklaart geen gelegenheid te hebben gehad om zijn bezwaren tegen dit plan schriftelijk in te die nen. Hij was indertijd op reis en heeft daardoor de vergade5- ring van de Bouwcommissie, waarin het plan behandeld is, niet kunnen bijwonen, anders had hij daarin verzocht om Voortaan evenals vroeger de stukken tijdig bij de leden rond te zenden, opdat zij ze op hun gemak kunnen bestudee- ren nu worden zij als het ware met geheele dossiers over rompeld en ontbreekt hun vaak de tijd om ze op het Stadhuis te gaan inzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1075