1076
21 NOVEMBER 1929.
Vervolgens zegt Spr., dat de heer Van Mierlo het
anders voorstelt dan het is Spr. is niet tegen het plan hij
wil wèl het terrein aan het Bouwbureau-Korteweg
afstaan, maar tegen een behoorlijken prijs. En ten slotte vraagt
Spr. den heer Van Mierlo, welk artikel der Bouwveror
dening spreekt over het zelf aanleggen van wegen door den
bouwondernemer.
De heer RIFPEN erkent zich zooeven vergist te hebben.
Hij zou het echter toch wenschelijk vinden, dat de rijweg van
de hoofdstraat, welke in de toekomst een verkeersweg beloofd
te worden, op 7 in plaats van op 6 Meter breedte werd. ge
bracht van de breedte der trottoirs kan dan desnoods een
halve Meter afgenomen worden. Spr. verklaart het te bejam
meren, dat zijn fractie van de stukken alleen kennis moet
nemen in de Leeskamer, wijl geen harer leden deel uitmaakt
van de Bouwcommissie. Zij kan zich in grove lijnen wel met
dit plan vereenigen, daar het een onderdeel vormt van het
groote plan tot stichting van een villawijk rond den Water
toren, en zij zal dus ter wille van het geheel over haar .bezwa
ren heenstappen in de verwachting, dat er ook nog eens een
groot plan voor de stichting van arbeiderswoningen zal
komen.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de heer Zijl mans
vooral over den prijs van het bewuste perceel blijkt te vallen
hij wil een behoorlijken prijs daarvoor maken. Een behoor
lijke prijs is echter een zeer rekbaar begrip Spr. noodigt den
heer Z ij 1 m a n s daarom uit, dien prijs te noemen en herin
nert hem tevens aan het feit, dat andere gronden achter den
Watertoren toch ook voor f 5,50 per M2. verkocht zijn. Ove
rigens gaat het hier slechts om 1§0 M2.
De door den heer R i p p e n te berde gebrachte kwestie
van de breedte van den rijweg der hoofdstraat kan nagegaan
worden. Spr. is er van overtuigd, dat twee voertuigen elkan
der daar gemakkelijk zullen kunnen passeererr. Verder zegt