21 NOVEMBER 1929. De heer KUIJLAARS vraagt eenige inlichtingen omtrent de situatie van de perceelen. De heer VAN MIERLO antwoordt den heer Me ij vis, dat beschikbaarstelling van het terrein voor ijsvermaak moeilijk in de huurvoorwaarden kan worden vastgelegd in de prac- tijk zal men daar echter toch wel kunnen schaatsenrijden. Spr. kan den heer K u ij 1 a a r s lastig mondeling de ge- wenschte inlichtingen geven, daarom geeft hij hem de situatie teekening ter inzage. De heer KUIJLAARS geeft, na de situatie-teekening beke ken te hebben, zijn medeleden in ernstige overweging, dit aanbod te aanvaarden, daar het zeer gunstig voor de gemeente is. Den heer Me ij vis, die de Krogtdijk als openbare wandel weg behouden wil, deelt Spr. mede, dat het in de practijk noodig is gebleken dien dijk af te sluiten om het grasgewas te beschermen. De heer M e ij v i s zal Spr. toch moeten toe geven, dat het genoegen voor de wandelaars niet opweegt tegen de schade, welke aan het grasgewas wordt toegebracht. De heer MEIJVIS vindt het behoud van den Krogtdijk als wandelweg van heel wat meer beteekenis dan de enkele tien tallen guldens, welke de pacht zal opbrengen. Verder geeft Spr. in overweging, S o 1 's medewerking in te roepen ten einde het gebruik van het terrein voor ijsvermaak ook in het vervolg te verzekeren. De heer KUIJLAARS wijst er den heer Me ij vis op, dat de grond tengevolge van het onder water zetten veel schade zal lijden. De VOORZITTER zegt, dat het niet de bedoeling van den heer M e ij v i s is om den grond expres onder water te zetten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1088