1102 21 NOVEMBER 1929
75. Motie van het raadslid P. Haaiman in zake het
plechtig afscheid van Luitenant-Generaal Van Everdin-
gen, oud-gouverneur der Koninklijke Militaire Academie, ten
Stadhuize, luidende
„De Raad der gemeente Breda, kennis genomen hebbende
„van de vragen van zijn medelid P. Haaiman, in zake de
„plechtigheid ten Stadhuize op Maandag 11 November j.l.,
„alsmede van het antwoord door het College van Burgemees
ter en Wethouders daarop gegeven,
„spreekt als zijn oordeel uit, dat bij die gelegenheid noch
„de versiering der receptiezaal ten Stadhuize, noch de aan
bieding van een „thee" had behooren te geschieden op kos
ten der gemeente,
„en gaat over tot de orde van den dag."
De heer HAALMAN heeft in de vorige vergadering vragen
hieromtrent gesteld. Uit het antwoord daarop is hem toen ge
bleken, dat het initiatief tot de huldiging van den oud-gou
verneur der K- M. A. van particuliere zijde is uitgegeaan*
Indien nu van particuliere zijde het gebruik van de receptiezaal
voor die plechtigheid gevraagd was, zou Spr. daartegen geen
bezwaar hebben gehad, maar dat er versiering is aangebracht
en een thee is aangeboden op kosten van de gemeente gaat
z.i. te ver. Waar zou het heen moeten, als de gemeente voor
taan bij het vertrek van een belangrijk ingezetene iets, dat
meermalen zal voorkomen een dergelijk festijn moest aan
richten Bij het afscheid van ambtenaren en onderwijzers,
die de gemeente jarenlang hun diensten hebben bewezen,
wordt niets aangeboden, zelfs geen sigaar. Trouwens, het be
hoeft ook niet. Maar, nu een generaal de Academie verlaat,
acht de gemeente zich geroepen om de receptiezaal ten Stad
huize, waarin^ het afscheid plaats vindt, te versieren en een
„thee" aan te bieden Spr. acht dit een gevaarlijk precedent
misschien gaat er straks wel een verdienstelijk korporaal van
de Academie weg. Spr. vindt niet, dat het aangaat, de belas-