Ill
17 JANUARI 1929.
tevens ook voor zorgt, dat deze dienstig worden gemaakt
om te komen tot een eeuwig geluk hiernamaals?
De heer KROONE repliceert als volgt:
Mijnheer de Voorzitter,
Naar aanleiding van de gisteren en vanmiddag gehouden
algemeene beschouwingen wensch ik het volgende op te
merken: de heer Gruijs meent te moeten wijzen op het
feit, dat wat de stemming der leden der R. K. fractie be
treft, deze op een enkele uitzondering na, van eenstemmig
heid getuigd. Daarna maakt hij echter de opmerking, dat
de democratische leden der fractie weieens in hun hart
anders gedacht zullen hebben dan dat zij stemden. Hier
tegen nu, Mijnheer de Voorzitter, moet ik protesteeren. Elk
onzer is vrij om over zakelijke voorstellen te stemmen,
zooals hij verkiest, terwijl er bij e.v. principiëele voorstellen
vanzelf geen verschil van meening is. Ik zou echter tegen
over de meening van den heer Gruijs willen zeggen:
juist de eenstemmigheid onzer fractie getuigt, dat onze
geheele fractie democratisch is. Ten bewijze hiervoor ver
wijs ik naar de gisteren door mij gereleveerde feiten, waaruit
voldoende blijkt, dat er in onze fractie van conservatisme
geen sprake is.
Of beschouwt men alleen de voorstellen, door de Sociaal-
Democraten gedaan, als democratisch en al wat door het
College wordt gedaan, als conservatief? Neen, Mijnheer
de Voorzitter, als wij alles wat door het tegenwoordige
College is tot stand gebracht beschouwen, dan blijkt hieruit
dat er een gezonde democratische politiek gevoerd wordt.
Dat niet altijd alle voorstellen der Sociaal-Democraten wor
den aangenomen, bewijst niets. Ik heb gisteren reeds gezegd,
dat zij als oppositiepartij altijd gemakkelijk met verder
strekkende voorstellen kunnen komen. Het niet-aanvaarden
van een voorstel der Sociaal-Democraten wil nog niet altijd
zeggen, dat men het er niet mede eens is. Als bewijs
hiervoor verwijs ik naar het voorstel van den heer Rippen