112 17 JANUARI 1929. betreffende het bouwen van arbeiderswoningen. Dit voorstel werd volledig, zoowel door het College als door de Katho lieke fractie onderschreven. Alleen hadden we dit voorstel niet noodig om te doen, wat de heer Rippen wilde. Er wordt met evenveel ijver gewerkt aan den woningbouw zonder als met het voorstel van den heer Rippen. Het betreft meermalen ook een kwestie van inzicht. Welk voordeel zou er immers in zitten of men momenteel, ik zeg momenteel, een woningbeurs had. Immers niets. Bij het tegenwoordige woningtekort geeft deze niet het minste effect. Dan het houden van een woningtelling. Voor een woning telling voel ik wel iets, al zal ook de heer Rippen moeten toegeven, dat, gezien den tegenwoordigen stand van den wo ningnood, er absoluut geen nadeel in zit, al wacht men daarmede nog wat. Een voorstel der sociaal-democraten om de steunverleening met een maand te verlengen en los. te maken van de uitkeering der werkloozenkassen werd verworpen. Maar is die schade nu wel zoo groot? Alleen is er dunkt mij dit verschil, dat men dan naar het Burgerlijk Armbestuur moet. Zeker een steunregeling prefereer ik boven hulpverleening van het Burgerlijk Armbestuur, doch gezien de tegenwoordige werkwijze van het Burgerlijk Armbestuur kan ik mij wel met een dergelijke regeling vereenigen. Er wordt evengoed geholpen als in het geval, dat de steunregeling doorliep. Hier lijkt, oppervlakkig bezien, het verschil grooter dan het werkelijk is. Daartegenover werd door het College zelf voorgesteld om de steunregeling der werklooze cacao- en chocoladebcwer- kers te verlengen. U ziet dus, waar het noodig is, wordt niet teruggedeinsd om te helpen. Toen het noodig was, kwam ook het College zelf met verlaging van de huurprijzen der noodwoningen, waaruit ook weer blijkt het rekeninghouden met de belangen van den kleinen man. Zeker men kan redeneeren, die nood woningen hadden al lang opgeruimd moeten zijn. Daarmede zijn wij het eens, en ook het College wel. Doch dit zou de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 112